Slechts 26 tot 35 miljoenste van een millimeter groot – maar niettemin de belangrijkste oorzaak van niet-bacteriële gastro-intestinale infecties wereldwijd: norovirussen.
Een Norovirus uitbraak kan leiden tot sluitingen van afdelingen en zelfs een opnamestop. Naast patië
nten en cliënten kan ook het zorgpersoneel zelf met het norovirus besmet raken met als gevolg een hoog ziekteverzuim.
Dit resulteert in een ernstig tekort in de eerste lijn en veroorzaakt enorme economische schade. Het virus wordt verspreid via de fecaal-orale route als de virussen worden uitgescheiden met de ontlasting, of via druppeltjes van braken. De verspreiding van ziekteverwekkers begint al een paar uur voordat de eerste symptomen verschijnen en kan nog 7-14 dagen aanhouden nadat de symptomen zijn verdwenen.
Na een incubatietijd van 10 – 50 uur reageert het lichaam met diarree en braken om zich van de virussen te “ontdoen”. Virus Omdat er geen behandeling bekend is die direct tegen het virus werkt, zijn alle maatregelen gericht op het behandelen en compenseren van het vochtverlies.
Het aantal uitbraken is de afgelopen decennia fors toegenomen. De grootste moeilijkheid van uitbraken van norovirussen is de explosieve verspreiding ervan onder zowel patiënten als medisch personeel. Directe overdracht van persoon op persoon is de belangrijkste infectieroute met het norovirus, maar voedsel en oppervlakken kunnen ook besmet raken en daardoor drager worden. Omdat norovirussen bijzonder resistent zijn, kunnen ze meer dan een week besmettelijk blijven op oppervlakken. Het risico op herbesmetting is daarom bijzonder hoog bij deze virussen.